Vectoranimatie verwijst naar animatie waarbij de kunst of beweging wordt bestuurd door vectoren in plaats van pixels. Het maakt vaak schonere, vloeiendere animaties mogelijk omdat afbeeldingen worden weergegeven en verkleind met wiskundige waarden in plaats van opgeslagen pixelwaarden. Voordat u de wetenschap achter vectoranimatie begrijpt, is het belangrijk om het verschil te kennen tussen de twee belangrijkste grafische typen: bitmap- en vectorafbeeldingen. Een van de meest gebruikte vectoranimatieprogramma’s was Adobe Flash (voorheen Macromedia Flash), dat vanaf januari 2021 niet meer beschikbaar is.
Inleiding tot bitmap- en vectorafbeeldingen
Veel van de afbeeldingstypen waarmee mensen het meest vertrouwd zijn, bestaan uit een raster van pixels waarin elke pixel of bit informatie bevat over hoe de kleur moet worden weergegeven. JPEG’s, GIF’s en BMP-afbeeldingen zijn bijvoorbeeld allemaal pixelafbeeldingen die bekend staan als raster- of bitmapafbeeldingen. Deze bitmapafbeeldingen hebben een vaste resolutie of een aantal pixels in het raster, gemeten in pixels per inch (PPI). De resolutie van een bitmap beperkt de grootte van de afbeelding, omdat het formaat niet kan worden gewijzigd zonder de beeldkwaliteit te verliezen. Iedereen op internet is wel eens een bitmap tegengekomen die is opgeblazen tot hij er blokkerig of korrelig uitziet. Vectorafbeeldingen daarentegen bestaan uit paden die worden gedefinieerd door een begin- en eindpunt. Deze paden kunnen van alles zijn, van een lijn tot een reeks lijnen die een vorm creëren zoals een vierkant of een cirkel. Ondanks de simplistische aard van de bouwsteen van een vector, worden paden gebruikt om uiterst complexe diagrammen te maken. Elk padobject heeft zijn eigen wiskundige verklaring die definieert hoe het object moet worden weergegeven. Enkele van de meest voorkomende vectorindelingen zijn AI (Adobe Illustrator), DXF (AutoCAD DXF) en CGM (Computer Graphics Metafile). Vectorafbeeldingen zijn ook te vinden in de indelingen EPS (Encapsulated PostScript) en PDF (Portable Document Format). Het belangrijkste verschil tussen vector- en bitmapafbeeldingen is dat vectorafbeeldingen resolutie-onafhankelijk zijn, wat betekent dat ze echt schaalbaar zijn. Omdat vectorafbeeldingen niet uit een vast raster bestaan, kunnen ze worden vergroot of verkleind zonder verlies van beeldkwaliteit. Dit maakt ze ideaal voor een verscheidenheid aan grafische ontwerptoepassingen, zoals logo’s, die moeten worden verkleind voor iets kleins zoals een visitekaartje of groter voor iets zo groot als een reclamebord.
Basisprincipes van vectoranimaties
Hoewel sommige vector-editors (computerprogramma’s die vectorafbeeldingen samenstellen en bewerken) animatie ondersteunen, zijn de meest populaire programma’s voor het maken van animaties specifiek op dat doel gericht. Hoewel animaties bitmapafbeeldingen kunnen bevatten, gebruiken de meeste alleen vectorafbeeldingen omdat ze, zoals we eerder hebben geleerd, beter schalen en doorgaans minder ruimte innemen. Deze vectoranimaties hebben over het algemeen een strak grafisch uiterlijk in vergelijking met hun alternatieven. Internationaal zijn er andere vectorformaten en animators. EVA (Extended Vector Animation) is bijvoorbeeld een webgebaseerd vectorbestandsformaat dat populair is in Japan, waar EVA Animator-software veel wordt gebruikt. Het belangrijkste verschil tussen het EVA-formaat en andere vectorformaten is dat het alleen de veranderingen in de vector in de loop van de tijd registreert in plaats van informatie per frame vast te leggen. EVA-formaten zijn meestal ook kleiner dan hun alternatieven.