Een databasebeheersysteem beheert alle primaire aspecten van een database, inclusief het beheer van gegevensmanipulatie, gebruikersauthenticatie en het invoegen of extraheren van gegevens. Een DBMS definieert wat de . wordt genoemd gegevensschema, of de structuur waarin de gegevens zijn opgeslagen. Relationele databasebeheersystemen (RDBMS) implementeren het relationele model van tabellen en relaties.
Achtergrondinformatie over databasebeheersystemen
De term DBMS bestaat al sinds de jaren zestig toen IBM het eerste DBMS-model ontwikkelde, Information Management System genaamd, waarin gegevens in een hiërarchische boomstructuur op een computer werden opgeslagen. Individuele stukjes gegevens werden alleen verbonden tussen ouder- en kindrecords. De volgende generatie databases waren netwerk DBMS-systemen, die probeerden enkele van de beperkingen van het hiërarchische ontwerp op te lossen door een een-op-veel-relatie tussen gegevens op te nemen. Dit bracht ons in de jaren zeventig, toen IBM’s Edgar F. Codd het relationele databasemodel opstelde, de voorloper van wat we nu kennen.
Kenmerken van het moderne relationele DBMS
Relationele databasebeheersystemen implementeren het relationele model van tabellen en relaties. De belangrijkste ontwerpuitdaging van de hedendaagse relationele DBMS’en is het handhaven van de gegevensintegriteit, die de nauwkeurigheid en consistentie van de gegevens beschermt, door middel van een reeks beperkingen en regels op de gegevens om duplicatie of gegevensverlies te voorkomen. DBMS’en controleren ook de toegang tot de database door middel van autorisatie, geïmplementeerd op verschillende niveaus. Managers of beheerders kunnen bijvoorbeeld toegang hebben tot gegevens die niet zichtbaar zijn voor andere werknemers, of ze kunnen de autorisatie hebben om de gegevens te bewerken, terwijl sommige gebruikers deze alleen kunnen bekijken. De meeste DBMS’en gebruiken de Structured Query Language, die een gescripte methode biedt voor interactie met de database. Zelfs als de database een grafische interface biedt waarmee gebruikers de gegevens gemakkelijk kunnen bekijken, selecteren, bewerken of anderszins manipuleren, voert SQL deze taken op de achtergrond uit.
Voorbeelden van DBMS’en
Kiezen welke database u nodig heeft, is een complexe taak. Oracle, Microsoft SQL Server en IBM DB2 domineren de high-end relationele DBMS-markt en zijn allemaal redelijke keuzes voor complexe en grote datasystemen. Voor kleine organisaties of thuisgebruik zijn populaire DBMS’en Microsoft Access en FileMaker Pro. Meer recentelijk zijn andere niet-relationele DBMS’en in populariteit gegroeid. Dit zijn de NoSQL-smaak, waarin een meer flexibele structuur het strak gedefinieerde schema van de RDBM’s vervangt. Deze zijn handig voor het opslaan van en het werken met zeer grote datasets met een breed scala aan gegevenstypen. Belangrijke spelers in deze ruimte zijn MongoDB, Cassandra, HBase, Redis en CouchDB.