IP-pakketten zijn de meest kritische en fundamentele componenten van het protocol. Ze dragen gegevens tijdens verzending en hebben een koptekst die informatie bevat die hen helpt om hun weg te vinden en na verzending weer in elkaar te zetten.
Meer informatie over IP-pakketten
De twee belangrijkste functies van het IP-protocol zijn routering en adressering. Om pakketten van en naar machines op een netwerk te routeren, gebruikt IP (het internetprotocol) IP-adressen die in de pakketten worden meegenomen.
- De identificatie bewijs helpt bij het opnieuw samenstellen van het pakket uit verschillende uiteindelijke fragmenten. Gegevens die via een netwerk worden verzonden, worden opgesplitst in kleine secties die in deze pakketten zijn gehuld. IP-netwerken, zoals internet, zijn meestal niet veilig. Pakketten kunnen zoekraken, vertraging oplopen en in de verkeerde volgorde aankomen. Zodra ze op de bestemming zijn aangekomen, helpt het identificatielabel om het pakket te identificeren en de gegevens weer in hun oorspronkelijke vorm samen te stellen.
- De gefragmenteerde vlag geeft aan of het pakket kan worden gefragmenteerd of niet.
- De fragmentverschuiving is een veld om te identificeren aan welk fragment dit pakket is gekoppeld.
- Tijd om te leven (TTL) is een getal dat aangeeft hoeveel hops (routerpassen) het pakket kan maken voordat het sterft. Meestal wordt bij elke router een pakket geanalyseerd, en op basis van de informatie die bij die router op andere naburige routers aanwezig is, wordt een keuze gemaakt welke route het beste is. Het pakket wordt vervolgens doorgestuurd naar die volgende router. In deze configuratie kan een pakket heel goed rondgaan. Er is ook flooding als een andere methode, wat inhoudt dat een kopie van het pakket naar elke naburige router wordt gestuurd; dan verbruikt alleen de doelmachine het pakket. Andere pakketten blijven roamen. TTL is een getal, meestal 255, dat elke keer dat een pakket een router passeert, afneemt. Op deze manier zullen overtollige pakketten uiteindelijk sterven zodra de TTL nul bereikt.
- De koptekst checksum is een getal dat wordt gebruikt voor foutdetectie en -correctie tijdens pakkettransmissie. De gegevens in het pakket worden ingevoerd in een wiskundig algoritme. De resulterende som reist met de gegevens in het pakket. Bij ontvangst wordt deze som opnieuw berekend met hetzelfde algoritme. Als het hetzelfde is als de oorspronkelijke som, zijn de gegevens goed. Anders wordt het als corrupt beschouwd en wordt het pakket weggegooid.
- De nuttige lading zijn de daadwerkelijke gegevens die worden vervoerd. Merk op dat de data-payload tot 64 KiloBytes kan zijn, wat enorm is in vergelijking met de totaliteit van de header-bits.