Spreadsheets zijn in een werkmap geordend op werkbladen en binnen elk werkblad vindt u een verzameling cellen waar gegevens zich bevinden. De cellen van een spreadsheet zijn gepositioneerd in een rasterpatroon dat wordt gedefinieerd door kolommen en rijen.
Wat is het verschil?
Kolommen lopen verticaal, op en neer. De meeste spreadsheetprogramma’s markeren kolomkoppen met letters. Rijen zijn dus het tegenovergestelde van kolommen en lopen horizontaal. Rijen zijn genummerd, niet van letters voorzien. Een gemakkelijke manier om het verschil tussen kolommen en rijen te onthouden, is door na te denken over realistische scenario’s. Een kolom op een gebouw is een grote, verticale pilaar, terwijl de rijen van een maïsveld lange gangpaden zijn.
Hoe ze samenwerken
De standaardmanier om over een specifieke cel in een werkblad te praten, is door de kolom en rij uit te leggen, aangezien dat de enige manier is waarop de cellen zijn georganiseerd. Als u bijvoorbeeld naar een cel in kolom G in rij 15 wilt verwijzen, geeft u op: G15. De kolom komt altijd eerst gevolgd door de rij, zonder spatie. Deze naamgevingsconventie geldt niet alleen in mond-tot-mondreclame en schrijven, maar ook bij het maken van formules in een spreadsheet. Gebruik bijvoorbeeld =som(F1:F5) in Google Spreadsheets legt het spreadsheetprogramma uit om de som van F1 tot en met F5 te berekenen.
Kolom- en rijbeperkingen
Wanneer u voor het eerst een spreadsheetprogramma opent, ziet u een standaardaantal rijen en kolommen. Google Spreadsheets begint bijvoorbeeld met 26 kolommen en 1.000 rijen. Omdat er maar 26 letters in het alfabet zijn, hebben spreadsheetprogramma’s een manier nodig om een waarde te plaatsen op een kolom voorbij nr. 26 (kolom Z). Om dit te doen, worden kolomnamen normaal gesproken weer met het begin van het alfabet toegevoegd. Rij 26 kan bijvoorbeeld AA zijn, rij 27 AB, enzovoort. De meeste programma’s stellen echter een bovengrens aan het aantal rijen en kolommen dat standaard in een spreadsheet wordt weergegeven. Met Google Spreadsheets kunt u bijvoorbeeld niet meer dan 18.278 kolommen maken, maar er is geen limiet voor rijen. Excel-werkbladen zijn beperkt tot 16.384 kolommen en 1.048.576 rijen. In Excel wordt de allerlaatste kolomkop XFD genoemd om kolom 16.384 aan te geven.
Kolommen en rijen gebruiken
Als u een hele kolom in Excel of Google Spreadsheets wilt markeren, klikt u op de letter(s) van de kolomkop of gebruikt u de Ctrl+spatiebalk Toetsenbord sneltoets. Het selecteren van een hele rij is vergelijkbaar: klik op het rijnummer of gebruik Shift+spatiebalk. Om door een werkblad te bladeren, klikt u op cellen of gebruikt u de schuifbalken op het scherm, maar bij grotere werkbladen is het vaak gemakkelijker om het toetsenbord te gebruiken. Houd de Ctrl toets en druk vervolgens op een richtingstoets (bijv. omlaag, omhoog, rechts of links) om de actieve cel snel in die richting te verplaatsen. Gebruik bijvoorbeeld Ctrl+Omlaag om onmiddellijk naar de laatst zichtbare rij in die kolom te springen of naar de volgende cel in die kolom die gegevens bevat.