De syntaxis van een functie in Excel of Google Spreadsheets verwijst naar de lay-out en volgorde van de functie en zijn argumenten. Een functie in Excel en Google Spreadsheets is een ingebouwde formule. Alle functies beginnen met het gelijkteken ( = ) gevolgd door de naam van de functie, zoals IF, SUM, COUNT of ROUND. Wanneer je de juiste syntax gebruikt voor functies in Excel of Google Spreadsheets, voorkom je foutmeldingen. De instructies in deze zelfstudie zijn van toepassing op Excel 2019, Excel 2016, Excel 2013, Excel 2010, Excel 2007, Excel Online en Excel voor Mac.
De IF-functiesyntaxis
De argumenten van een functie verwijzen naar alle gegevens of informatie die een functie nodig heeft. Deze argumenten moeten in de juiste volgorde worden ingevoerd. De syntaxis van de ALS-functie in Excel is bijvoorbeeld: =IF(Logical_test,Value_if_true,Value_if_false)
Haakjes en komma’s
Naast de volgorde van argumenten, de term syntaxis verwijst ook naar de plaatsing van ronde haakjes of haakjes rond de argumenten en naar het gebruik van de komma als scheidingsteken tussen de afzonderlijke argumenten.
De syntaxis van de IF-functie lezen
De ALS-functie in Excel en in Google Spreadsheets heeft drie argumenten in de volgende volgorde:
- Logische test argument
- Value_if_true argument
- Waarde_if_false argument
Als de argumenten in een andere volgorde worden geplaatst, retourneert de functie een foutmelding of een onverwacht antwoord.
Vereiste versus optionele argumenten
Een stukje informatie waar de syntaxis geen betrekking op heeft, is of een argument vereist of optioneel is. In het geval van de ALS-functie zijn de eerste en tweede argumenten (de argumenten Logical_test en Value_if_true) vereist. Het derde argument, het Value_if_false argument, is optioneel. Als het derde argument wordt weggelaten uit de functie en de voorwaarde die wordt getest door het argument Logical_test van de functie, wordt geëvalueerd als onwaar, dan geeft de functie de term ONWAAR weer in de cel waarin de functie zich bevindt.