In de wereld van computers is netwerken de praktijk van het aan elkaar koppelen van twee of meer computerapparaten om gegevens te delen. Netwerken worden gebouwd met een combinatie van computerhardware en computersoftware. Sommige verklaringen van netwerken in boeken en tutorials zijn zeer technisch, ontworpen voor studenten en professionals, terwijl andere meer gericht zijn op thuis- en zakelijk gebruik van computernetwerken. Hier is een snelle, vereenvoudigde blik op de fundamentele concepten van netwerken.
Soorten computernetwerken
Netwerken kunnen op verschillende manieren worden ingedeeld. Eén methode definieert het type netwerk op basis van het geografische gebied dat het omspant. Als alternatief kunnen netwerken ook worden geclassificeerd op basis van topologie of de soorten protocollen die ze ondersteunen.
Soorten netwerkapparatuur: de hardware
De bouwstenen van een thuiscomputernetwerk zijn onder meer adapters, routers en/of toegangspunten. Bij bedrade (en hybride bekabelde/draadloze) netwerken zijn ook kabels van verschillende typen betrokken. Ten slotte maken vooral grootschalige bedrijfsnetwerken vaak gebruik van andere geavanceerde apparatuur voor gespecialiseerde communicatiedoeleinden.
Ethernet
Ethernet is een fysieke en datalinklaagtechnologie voor lokale netwerken. Huizen, scholen en kantoren over de hele wereld maken allemaal gebruik van Ethernet-standaardkabels en -adapters om personal computers te netwerken.
Draadloos Local Area Networking (WLAN)
Wi-Fi is het populairste draadloze communicatieprotocol voor lokale netwerken. Particuliere thuis- en bedrijfsnetwerken en openbare hotspots gebruiken Wi-Fi om computers en andere draadloze apparaten met elkaar en met internet te verbinden. Bluetooth is een ander draadloos protocol dat veel wordt gebruikt in mobiele telefoons en computerrandapparatuur voor netwerkcommunicatie op korte afstand.
Internet Service
De technologieën die worden gebruikt om verbinding te maken met internet zijn anders dan die worden gebruikt voor het aansluiten van apparaten op lokale netwerken. Digitale abonneelijnen (DSL), kabelmodems en glasvezel bieden vaste breedbandinternetservice, terwijl WiMax en LTE bovendien mobiele connectiviteit ondersteunen. In geografische gebieden waar deze snelle opties niet beschikbaar zijn, worden abonnees gedwongen om in plaats daarvan oudere mobiele diensten, satelliet of zelfs inbelinternet te gebruiken.
TCP/IP en andere internetprotocollen
TCP/IP is het primaire netwerkprotocol van internet. De afkorting verwijst naar Transmission Control Protocol en het Internet Protocol, de twee frameworks waarop het model is gebaseerd. Een verwante familie van protocollen die bovenop TCP/IP zijn gebouwd, stelt webbrowsers, e-mail en vele andere toepassingen in staat om wereldwijd via netwerken te communiceren. Toepassingen en computers die TCP/IP gebruiken, identificeren elkaar met toegewezen IP-adressen. Dit zijn een reeks getallen die er meestal uitzien als ###.##.###.
Netwerkroutering, -switching en -bridging
De meeste computernetwerken sturen berichten van bron naar bestemmingsapparaten met behulp van een van de volgende drie technieken: routering, switching en bridging. Routers gebruiken bepaalde netwerkadresinformatie in berichten om ze vooruit naar hun bestemming te sturen (vaak via andere routers). Switches gebruiken veel van dezelfde technologie als routers, maar ondersteunen doorgaans alleen lokale netwerken. Bridging zorgt ervoor dat berichten tussen twee verschillende soorten fysieke netwerken kunnen stromen.