De ld command combineert verschillende object- en archiefbestanden, verplaatst hun gegevens en koppelt symboolreferenties. Gewoonlijk is de laatste stap bij het compileren van een programma het uitvoeren ld. De meeste Linux-desktopfans zullen nooit draaien ld. Gezien zijn rol als onderdeel van een bredere workflow voor softwareontwikkeling, is er geen incidenteel eenmalig gebruik voor deze opdracht.
Ld accepteert Linker Command Language-bestanden die zijn geschreven in een superset van AT&T’s Link Editor Command Language-syntaxis, om expliciete en totale controle over het koppelingsproces te bieden. Afgezien van zijn flexibiliteit, is de GNU-linker nuttiger dan andere linkers bij het verstrekken van diagnostische informatie. Veel linkers verlaten de uitvoering onmiddellijk wanneer ze een fout tegenkomen; wanneer mogelijk,
ld blijft uitvoeren, zodat u andere fouten kunt identificeren (of, in sommige gevallen, ondanks de fout een uitvoerbestand kunt krijgen). De GNU-linker
ld is bedoeld om een breed scala aan situaties te dekken en om zo compatibel mogelijk te zijn met andere linkers. Als gevolg hiervan heb je veel keuzes om zijn gedrag te beheersen. Raadpleeg de manpagina voor:
ld voor belangrijke context over de verschillende opties die de uitvoering van dit programma bepalen.