Een datacenter, soms gespeld als datacenter (één woord), is de naam die wordt gegeven aan een faciliteit die een groot aantal computerservers en aanverwante apparatuur bevat. Zie een datacenter als een ‘computerruimte’ die zijn muren ontgroeide.
Waar worden datacenters voor gebruikt?
Sommige online services zijn zo groot dat ze niet vanaf een of twee servers kunnen worden uitgevoerd. In plaats daarvan hebben ze duizenden of miljoenen verbonden computers nodig om alle gegevens op te slaan en te verwerken die nodig zijn om die services te laten werken. Online back-upbedrijven hebben bijvoorbeeld een of meer datacenters nodig, zodat ze de vele duizenden harde schijven kunnen huisvesten die ze nodig hebben om de gecombineerde honderden petabytes of meer gegevens van hun klanten op te slaan die ze buiten hun computers moeten bewaren. Sommige datacenters zijn: gedeeld, wat betekent dat een enkel fysiek datacenter twee, 10 of 1.000 of meer bedrijven en hun computerverwerkingsbehoeften kan bedienen. Andere datacenters zijn: toegewijd, wat betekent dat de volledige rekenkracht in het gebouw uitsluitend voor één bedrijf wordt gebruikt. Grote bedrijven zoals Google, Facebook en Amazon hebben elk verschillende, supergrote datacenters over de hele wereld nodig om aan de behoeften van hun individuele bedrijven te voldoen.